Samenvattend kan ik stellen dat ik de onderwerpen binnen het leerarrangement erg interessant heb gevonden. Ik vond het inspirerend om na te denken over de toekomst van het onderwijs.
Met name van het scenario schrijven heb ik veel geleerd. Het gaf een concreet beeld van de toekomst zoals deze mogelijkerwijs zou kunnen gaan verlopen.
De samenwerkingsvormen van het leer arrangement hebben veel extra leermomenten gecreëerd. Door samen te werken aan onze groepsblog en alle quests heb ik veel geleerd. We hebben veel met elkaar gepraat over hoe het in andere sectoren van het onderwijs gaat. Daarbij zagen we overeenkomsten en verschillen.
Binnen de samenwerking hebben we elkaar goed aangevuld en heeft iedereen een taak gehad.
De vorm van het leer arrangement middels een 'game' had voor mij geen meerwaarde. Ik ben niet meer of beter gaan presteren dan binnen andere leer arrangementen.
zaterdag 16 april 2016
Contact netwerken
Ik heb een aantal keren contract gehad met de werkgroep radicalisering. Zie bericht op de groepsblog:
http://respice-in-futuro.blogspot.nl/2016/01/contact-werkgroep-radicalisering.html
Daarnaast heb ik feedback gevraagd van de directeur van Sint Lucas Eindhoven over de groepsscenario's. Deze is terug te vinden op:
http://respice-in-futuro.blogspot.nl/2016/02/reactie-uit-het-werkveld-naar.html
http://respice-in-futuro.blogspot.nl/2016/01/contact-werkgroep-radicalisering.html
Daarnaast heb ik feedback gevraagd van de directeur van Sint Lucas Eindhoven over de groepsscenario's. Deze is terug te vinden op:
http://respice-in-futuro.blogspot.nl/2016/02/reactie-uit-het-werkveld-naar.html
donderdag 14 april 2016
Reflectie van de Challenge Day
Reflectie van de Challenge Day
Naar aanleiding van de challenge day waren er wat zaken opgevallen.
In onze presentatie hebben we gekozen voor vele kleine onderdelen. Zo hebben we gekozen voor een screencast, presenties, stellingen waardoor interactie mogelijk was en feedback. We wilden hiermee veel doen in maar 15 minuten. Hierdoor had ik zelf het gevoel dat we erg veel moesten doen in de presentatie. Doordat we niet hebben gekozen voor een of twee onderdelen, kwam juist de boodschap minder krachtig over.
De inhoud van ons scenario was krachtig. Dit was ook te merken aan de feedback die we hebben gekregen van andere groepen en middels de vragenlijst die we nadien hebben gevraagd aan de bezoekers. Het scenario was goed, wel kregen we als feedback dat we wat meer 'out of the box' had kunnen denken.
Het was goed om te zien dat er een goede sfeer hing binnen alle presentaties, waaronder ook onze presentatie. Er was genoeg inbreng van de bezoekers. Door de stelling had iedereen een inbreng in de discussie over het toekomstige onderwijs. De stellingen waren zo gesteld dat er weinig ruimte voor nuances was. De bezoekers onderbouwden juist als genuanceerde meningen.
Wat neem ik mee voor de toekomst?
Vanuit de presentatie:
Less is more! Door een krachtig middel te kiezen binnen een presentatie krijg je meer focus op de presentatie.
Naar aanleiding van de challenge day waren er wat zaken opgevallen.
In onze presentatie hebben we gekozen voor vele kleine onderdelen. Zo hebben we gekozen voor een screencast, presenties, stellingen waardoor interactie mogelijk was en feedback. We wilden hiermee veel doen in maar 15 minuten. Hierdoor had ik zelf het gevoel dat we erg veel moesten doen in de presentatie. Doordat we niet hebben gekozen voor een of twee onderdelen, kwam juist de boodschap minder krachtig over.
De inhoud van ons scenario was krachtig. Dit was ook te merken aan de feedback die we hebben gekregen van andere groepen en middels de vragenlijst die we nadien hebben gevraagd aan de bezoekers. Het scenario was goed, wel kregen we als feedback dat we wat meer 'out of the box' had kunnen denken.
Het was goed om te zien dat er een goede sfeer hing binnen alle presentaties, waaronder ook onze presentatie. Er was genoeg inbreng van de bezoekers. Door de stelling had iedereen een inbreng in de discussie over het toekomstige onderwijs. De stellingen waren zo gesteld dat er weinig ruimte voor nuances was. De bezoekers onderbouwden juist als genuanceerde meningen.
Wat neem ik mee voor de toekomst?
Vanuit de presentatie:
Less is more! Door een krachtig middel te kiezen binnen een presentatie krijg je meer focus op de presentatie.
maandag 11 april 2016
Feedback Game over Challenge Day
Tijdens de Challenge Day heb ik een presentatie bezocht van het team Game over.
Hierbij mijn feedback voor de Challenge Day voor het team Game Over:
Hierbij mijn feedback voor de Challenge Day voor het team Game Over:
maandag 29 februari 2016
Quest 3 SWOT - Sint Lucas Eindhoven
SWOT voor Scenario 2:
Samenwerken; jezelf volgen SWOT Sint Lucas
Sint Lucas is een school voor creatief onderwijs in
Eindhoven en in Boxtel. Deze SWOT gaat over de locatie Eindhoven.
In deze SWOT heb ik gekeken naar de elementen uit ons
scenario. Een van de belangrijkste elementen zijn burgerschap en samenwerken
met de omgeving en samenwerken met verschillende groepen. Hier onder wordt deze
SWOT verder beschreven.
In de onderstaande foto is er een beeld geschetst van de sterkte en zwakte, kansen en bedreigingen. Daarna heb ik deze uitgewerkt in tekst.
Strongness
Strongness
- - SintLucas
is reeds gestart met het vormen van nieuw onderwijs middels verschillende
blokken te noemen zijn personality, creativity, practice. Hiermee wordt een
start gemaakt met het meer aandacht geven aan de samenwerkingsvaardigheden van studenten. Ook
wordt er al steeds meer aandacht besteed aan ‘Burgerschap’. Het uitbreiden van
dit scenario zou dus goed aansluiten bij de visie van SintLucas.
- - SintLucas
is reeds gestart met het opzetten van peer-to-peer learning. Hiermee wordt de
aandacht al wat meer gezet op de studenten. Het verder vormgeven richting peer
to peer learning is ook een richting die aansluit bij SintLucas.
-
Het
verder uitwerken van Virtual Reality and Augemented Reality geeft voor
SintLucas de mogelijkheid om ook studenten in te zetten om hier een aandeel in
te hebben. Studenten en medewerkers kunnen zelf een bijdrage leveren aan de
inhoud van de Virtual Reality en Augmented Realtiy.
- - SintLucas
bevindt zich binnenkort letterlijk in het creatieve hart van Eindhoven, waardoor
de nieuwe projecten en netwerken dicht in de buurt zijn, hier ontstaan op dit
moment veel creatieve ideeën.
Weakness
- - Veel
docenten vinden ‘Burgerschap’ een vaag begrip. Ook hebben ze beelden van het
vak die niet overeenkomen met de inhoud van het burgerschap. Docenten geven aan
het niet de moeite waard vinden om hier verder in te investeren.
- - Docenten
vinden dat zij onvoldoende opgeleid zijn om de aandacht in het onderwijs te
verleggen naar samenwerken en burgerschap. Zij weten niet precies was het is en
zijn onzeker over de bijdrage die zij hieraan kunnen leveren.
- - Er
moeten veel projecten worden gevonden in de beroepspraktijk zodat studenten ook
een optimaal leerrendement krijgen. De
stakeholders moeten gevonden worden in de buurt en in de omgeving.
- - De
organisatie van het onderwijs moet meer gericht zijn op het leren in projecten,
buiten school. Hierdoor wordt een gedeelte van het onderwijs buiten school
georganiseerd en een gedeelte in school. Dit vraagt een grote verandering voor
de organisatie.
Opportunity
- - Het
leren in groepen biedt de studenten een mooie voorbereiding op de toekomst. In
de samenleving wordt ook veel samengewerkt waardoor dit een mooie voorbereiding
is op een leven in de samenleving.
- - In
wisselende groepen werken geeft een goede voorbereiding op een flexibele
samenleving waarin studenten ook vaak moeten werken in verschillende groepen.
- - De
school staat in dit scenario midden in de samenleving. Dit levert een goede
voorbereiding op een flexibele samenleving waarin ruimte is voor het maken van
nieuwe netwerken.
- - Samen
leren geeft studenten veel energie en nieuwe kansen vanuit de samenleving.
Kansen op het maken van netwerken en
contacten.
Threats
- - Docenten
kunnen de school zo willen inrichten dat er te veel ruimte is voor
vakinhoudelijke vakken, zoals digitale vaardigden, het concept denken en het maken van beroepsproducten. -Docenten moeten dus meer ruimte maken voor
andere inhoudt.
- - Docenten
kunnen moeilijk mee met de ideeën waarin veel ruimte is voor samenwerken en
burgerschap.
- - Er
moeten veel nieuwe projecten komen, hiervoor moeten veel contacten gelegd
worden. Wanneer er onvoldoende contacten en projecten ontstaan is er te weinig
inhoud voor onderwijs.
maandag 15 februari 2016
Quest 2
Scenario's in het mbo
De
afgelopen periode heb ik veel gelezen over trends in het mbo. Daarbij gaf het
Trendrapport voor het mbo – 2011 mij een goede houvast. In dit rapport zijn
trends vanuit de samenleving te lezen. Ook worden er trends vanuit de ict in combinatie
met het mbo beschreven.
Ook heb
ik veel gehad aan het trendrapport van Kennisnet. Hierin worden de trends
vanuit de samenleving en het onderwijs gecombineerd.
Daarnaast
bood het boek van Gert Biesta – het prachtige risico van onderwijs, een mooie inspiratie.
Dit
bracht me tot het volgende schema waarin ruimte is voor vier scenario’s:
1 1. Samen werken naar het gemiddelde.
Het is
2030 en de samenleving is de afgelopen jaren veranderd. De flexibiliteit is
toegenomen, zowel in het aantal groepen mensen in de samenleving als ook de
manier waarop deze groepen omgaan met elkaar. Er ontstaan nieuwe leefregels in
de samenleving. Deze leefregels gaan over hoe we om gaan met elkaar en met
sociale netwerken.
Werk en
het vinden van een baan is belangrijk voor iedereen. Flexibele contracten zijn
steeds meer de standaard geworden. Hierdoor zijn steeds meer mensen altijd op
zoek naar (tijdelijke) klussen waarin zijn kunnen voorzien in eigen
levensbehoeften.
Er zijn
steeds meer groepen in onze samenleving. Deze verschillende groepen zijn
ontstaan vanuit verschillende interesses, afkomst maar ook scholing. De
verschillende groepen in onze samenleving moeten elkaar kunnen begrijpen,
moeten weten wat ze belangrijk vinden en moeten vooral respect hebben voor
elkaar.
Door de
veranderingen in de samenleving is het mbo veranderd. Het mbo moet steeds meer
voorzien aan het werken met verschillende netwerken van groepen studenten.
Binnen school ontstaan ook verschillende netwerken, hierin nieuwe groepen. Het
mbo onderwijs is gericht op het werken met deze groepen.
De focus
van het middelbaar beroepsonderwijs ligt op het gemiddelde. Het gemiddelde van
de groepen is de norm waar alle studenten aan moeten voldoen. Studenten werken
naar dit gemiddelde toe. Het gemiddelde wordt bepaald door alle uitkomsten van
toetsten, vaardigheden en het gedrag dat daar bij hoort, te meten. Daarbij
wordt het gemiddelde de standaard.
Daarnaast
ligt de focus van het onderwijs in het omgaan met de flexibiliteit van de
samenleving. Studenten leren om zichzelf steeds neer te zetten in deze
flexibele maatschappij. Dit doen ze door het leren van burgerschapsvaardigheden
zoals kritisch denken, communiceren en presenteren.
Door de
snelle technologische ontwikkelingen, zijn er taakgebieden gekomen in het mbo.
Enkele taakgebieden zijn bijvoorbeeld samenwerken, ICT toepassingen, toepassen
ICT, ontwikkelen van ICT, werken met hout enz. Hierdoor kunnen studenten op een
snelle manier kennis krijgen van bepaalde onderwerpen.
Ook werkt
men binnen het mbo met verrijkte content (trendrapport: 2011). In deze
verrijkte content kunnen scholen of leergroepen gebruik maken van allerlei
toepassingen zodat studenten op elkaar kunnen reageren. Ze leren dan samen in
een groep. Dit samenwerken waarbij de verrijkte content te gebruiken is, geeft
studenten een mogelijkheid om samen te leren en samen te zoeken naar
overeenkomsten in het leren.
Onze
samenleving is de laatste jaren veranderd. Al in 2013 werd geconstateerd dat
werknemers steeds sneller van baan wisselden. Er werden steeds meer tijdelijke
contracten aangeboden (CBS, 2013)
Ook toen
al hadden ICT toepassingen hun intrede gedaan in verschillende beroepen.
Administratieve beroepen worden bijvoorbeeld (deels) overgenomen door ICT (www.werk.nl:
2015).
Ook werd
er in 2010 al gesteld door Voogt en Pereja Roblin (2010) dat er andere vaardigheden
nodig waren in de 21ste eeuw. Toen werd er ook als gesteld dat we
niet weten beroepen er over tien jaar uitzien. Wel stelde men toen dat studenten andere vaardigheden nodig
hebben. Deze vaardigheden waren onder andere gericht op kritische denken,
communiceren en probleemoplossend vermogen (kennisnet: 2016). Studenten moeten
beroepen kunnen uitoefenen omgaan met flexibele arbeidscontracten. Ook moet men
om kunnen gaan met ICT en met snelle technologische ontwikkelingen.
Er werd
in het mbo al gestart met het ontwikkelen van een nieuwe kwalificatieprofielen
in 2015. In dit kwalificatieprofiel was ruimte gemaakt voor een kwalificatie deel
en een keuzedeel. Dit keuzedeel is een eerste stap naar meerdere taakgebieden
voor studenten. Een keuzedeel hield toen in dat elke mbo binnen het curriculum
een vrij gedeelte moest hebben, dit mocht zelf ingevuld worden door studenten.
Dit werd een keuze deel genoemd. Binnen dit keuze deel konden studenten eigen
invulling krijgen over wat zij graag willen leren, het gaat dan om een
verbreding of een verdieping van de eigen opleiding (S-BB;2016).
2. Samenwerken: jezelf volgen
Het is
2030 en het onderwijs en de samenleving zijn de afgelopen jaren erg veranderd.
Steeds meer mensen zoeken elkaar op, ze hebben elkaar nodig. Er zijn steeds
meer grote samengevoegde gezinnen, gezinnen gaan bij elkaar wonen. Groepen
vrienden gaan bij elkaar wonen. Dit komt voort uit het besef dat mensen elkaar
steeds meer nodig hebben.
Het
individualisme viert hoogtij in 2020. Sindsdien kwam sluimerend het besef dat
individualisme ook een keerzijde kent. Deze keerzijde is eenzaamheid.
Steeds meer jongeren, ouderen en gezinnen leven een geïsoleerd leven.
Individualisme heeft het effect dat je zelf erg sterk bent, maar je bent ook
alleen. Door samen te werken, informatie te delen zijn er ook mooie resultaten
geboekt. Kijk naar alle informatie die gedeeld is via internet. Dit heeft mooie
netwerken van kennis opgeleverd.
De
diversiteit in de samenleving groeit. Er ontstaan steeds meer groepen in de
samenleving. Groepen met een bepaalde soort interesse, groepen met bepaalde
kennis of groepen van bepaalde afkomst. Deze groepen vormen samen een netwerk
van verschillende contacten. Elke individu heeft een uniek netwerk waarbij het
netwerk steeds belangrijker is geworden.
De
veranderingen binnen met mbo zijn groot. Binnen het mbo wordt steeds meer met
gewerkt met groepen mensen. Studenten wordt geleerd om met elkaar te leren over
elkaar te leren. Het samenwerken in deze groepen staat centraal zodat ze leren
van elkaar, maar ook met elkaar en over elkaar.
De omgeving
van het mbo is belangrijk binnen het onderwijs. Zij werken samen met de
stakeholders. Deze stakeholders kunnen maatschappelijke organisaties zijn, maar
ook bedrijven waar zij mee te maken hebben. Het onderwijs vindt steeds meer
plaats in de samenleving. Er zijn verschillende projecten waar studenten aan
deelnemen. Op deze manier kunnen studenten meer leren van wat er in de
samenleving gebeurt, ze worden betrokken bij alles wat er ook gebeurt in de
samenleving. De school is een basis waar de kennis en vaardigheden centraal
komen.
In 2011
werd er beschreven dat het mbo meer gebruik moest gaan maken van de
mogelijkheden van social media. Het trendrapport van het mbo beschrijft het
gebruik van social media in het onderwijs (trendrapport: 2011).
Social
media worden steeds meer gebruikt om vorm te geven aan communicatie tussen
docenten, studenten en stakeholders. De mogelijkheden van social media zijn
inmiddels verder uitgebreid. Zoals mogelijkheden waarin er meer met elkaar gecommuniceerd
kan worden, informatie gedeeld kan
worden en te reageren op elkaar. Er is een platform waar studenten, stakeholders
en docenten met elkaar kunnen communiceren. Zij moeten met elkaar werken zodat
contact met verschillende studenten binnen Nederland, maar ook buiten Nederland
steeds meer vorm krijgt.
Sinds de
grote diversiteit in groepen in de samenleving is toegenomen, is er ook een
besef gekomen dat er steeds meer mensen een eigen pad lopen. Het ontwikkelen
van jezelf in de maatschappij staat centraal. Hierdoor heeft het mbo het
onderwijs aangepast. Studenten kunnen hun eigen opleiding samenstellen. Zo
moeten zij kunnen kiezen voor verschillende projecten, voor taakgebieden en
voor vakinhouden. Doordat studenten steeds meer de inhoud van de eigen
opleiding kiezen, worden zij steeds meer eigenaar van een eigen leerproces.
Binnen
het mbo wordt gewerkt met ‘maker education’. Studenten leren dan vooral door
veel zelf te maken en uitproberen. Het is gebleken dat de leereffecten groot
zijn (Edutopia;2015) Met maker education geeft het mbo meer inhoud aan
onderwijs waarin studenten direct resultaten zien. Studenten werken steeds meer in kleine
laboratoria, waardoor zij snel technologische mogelijkheden kunnen toepassen in
de praktijk. Op een creatieve manier leren zij dat er veel mogelijkhedenzijn
met techniek.
De ICT
toepassingen waar het mbo dankbaar gebruik van maakt is virtual reality en
augmented reality. Het is makkelijk om deze middelen in te zetten binnen
verschillende vormen van onderwijs omdat binnen virtual reality de
werkelijkheid makkelijk wordt nagebootst.
Al in 2015
geeft Gert Biesta (2015) aan dat het doel van onderwijs waaronder ook het mbo,
niet alleen kwalificeren is. Andere doelen
van onderwijs zijn socialisatie en subjectificatie. Naast het verkrijgen
van een diploma en socialiseren in onze samenleving is het ook belangrijk om ‘subjectheid’
toe te passen. Subjectificatie gaat om emancipatie en vrijheid en de
verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Het gaat erom dat studenten de
verbinding met de wereld gaan maken.
Voor het
beroepsonderwijs betekent dit een verschuiving van de inhoud van het onderwijs.
Lange tijd richtte het mbo zich vooral op het ontwikkelen van
beroepsvaardigheden. Sinds 2010 is elke mbo school verplicht om ook aandacht te
besteden aan andere vaardigheden die niet alleen met het beroep te maken hebben
(S-BB;2016).
Sinds
deze tijd is er steeds meer aandacht voor ook algemene kennis en vaardigheden vaardigheden
binnen het mbo. Zo is er meer ruimte gekomen voor vakken zoals Engels,
Nederlands en Rekenen. Ook is er gekozen om landelijke examens in te voeren
(cvte;2016)
3. In welk groep pas jij?
Het is
2030 en de samenleving is de afgelopen periode steeds verder veranderd. De
laatste jaren zijn er diverse mogelijkheden gekomen. Daarbij is het steeds van
belang geweest dat ieder zijn eigen pad kan lopen. Individualisme is een groot
goed geworden. Mensen leven veelal alleen of in kleine groepsverbanden. Het
kiezen van je eigen pad is erg belangrijk geworden.
Het
individualisme heeft er ook voor gezorgd dat er contacten zijn ontstaan van
groepen mensen. Veel groepen zijn ontstaan vanuit netwerken van contacten, deze
contacten zijn ontstaan vanuit het social media. Er zijn netwerken ontstaan van
verschillende mensen. Deze mensen hebben allen een uniek netwerk van contacten.
Om
succesvol te zijn binnen deze samenleving wordt veel flexibiliteit gevraagd.
Werk en het vinden van werk is belangrijk. Vaste arbeidscontracten bestaan
niet meer. Werknemers moeten zichzelf steeds
opnieuw in de markt zetten om te voorzien in de eerste levensbehoefte.
Het
antwoord van het mbo op deze veranderingen is gericht op het persoonlijker
worden van het onderwijs. Het mbo kan persoonlijker worden door te werken naar
het gemiddelde. Het gemiddelde van alle groepen is de norm. In het mbo wordt
gewerkt met groepen studenten en docenten. Deze studenten vormen samen de basis
van een netwerk. In dit netwerk moet geleerd worden van elkaar. Eigenlijk is
dit netwerk een kleine samenleving op zich.
In deze
basis geldt dat grootste groep het gemiddelde is. Studenten werken met zijn
allen naar het gemiddelde. Het gemiddelde wordt bepaald door alle uitkomsten
van toetsten, vaardigheden en het gedrag dat daar bij hoort, te meten. Daarbij
wordt het gemiddelde de standaard.
Onderwijs
is mogelijk gemaakt omdat er wordt gewerkt met groepen van verschillende
studenten. Binnen het onderwijs worden de groepen gemaakt door deze af te
bakenen in interessegebieden en differentiatiegebieden. Groepen in het mbo ontstaan
vanuit taakgebieden, maar ook vanuit de differentiatie. Een differentie op
niveaugroepen.
Het mbo is
volledig gemaakt op keuzes van groepen. Er ontstaan kennisgroepen rondom
vakken, gebieden, netwerken, interesses.
In het
trendrapport mbo uit 2011 werden enkele ICT trends benoemd. Deze trends waren
cloud computering. Hiermee wordt de omgeving van de verschillende docenten en
studenten op elkaar aangepast (trendrapport; 2011).
Inmiddels
werken steeds meer studenten en docenten in wisselende groepen. Deze groepen
worden samengesteld door interessegebieden en taakgebieden. Ook docenten moeten hierdoor steeds meer
kennis met elkaar delen. Deze kennis wordt gedeeld door in contact te komen met
andere docenten. Er ontstaan netwerken van verschillende soorten kennis. Zij
komen in contact middels cloud computering.
In 2015
is reeds de basis gelegd waarbij er steeds vaker werd aangegeven waarin
studenten vooral leren wat de grote groep moet leren. Vaak wordt vergeten dat
studenten kwaliteiten hebben die onvoldoende worden benut. Zo wordt er vaak
gesteld dat iemand iets moet leren omdat iemand iets niet kan. Hierdoor is men
geneigd de tekorten weg te werken. Wanneer er gesteld wordt dat iedereen eigen
kwaliteiten heeft en deze kwaliteiten groter wil laten worden, ben je bezig met
het bevorderen of groter maken van eigen kwaliteiten. Kortom er wordt gewerkt
aan het ontwikkelen van talent (De Wulf; 2009).
In 2015
is reeds gestart met het starten van keuzedelen binnen het curriculum van elke
mbo opleiding. Er werd toen gewerkt met kwalificatiedossiers. In deze
kwalificatiedossiers stonden leergebieden per opleiding beschreven. Sinds 2015
bevat dit kwalificatiedossier ook een keuzedeel (S-bb;2015). Deze keuzedelen
gaven studenten de mogelijkheid om een start te maken met het maken van
verschillende keuzes binnen het middelbaaronderwijs.
4. Jezelf vinden in de vele
mogelijkheden
Het is 2030
en de samenleving en het onderwijs zijn de laatste jaren erg veranderd. De
laatste jaren is de samenleving erg divers geworden. Door de komst van sociale
netwerken zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan (trendrapport; 2011). Dit heeft
geresulteerd in het ontstaan van allerlei nieuwe netwerken van kennis en
vaardigheden.
De
samenleving veranderd door steeds nieuwe technologische ontwikkelingen. Er
komen steeds meer ontwikkelingen waardoor een ieder zich steeds hier op moet
aanpassen. Hierdoor leeft voor iedereen het idee dat je flexibel moet zijn. Je
moet kunnen omgaat met de verschillende veranderende ontwikkelingen. Vaste
contracten voor werknemers zijn er nog nauwelijks. Werknemers moeten zich
steeds opnieuw in de markt zetten zodat zij kunnen voorzien in de dagelijkse
levensbehoefte.
Eigenlijk
is alles wat je nodig hebt in een maatschappij die steeds onder wisseling
onderhevig is, jezelf. Hierdoor is er in de samenleving veel aandacht voor het
ontdekken van jezelf. Het is belangrijk dat ieder persoon goed weet waar hij of
zij voor staat.
Het
antwoord van het mbo op deze ontwikkelingen is dat het onderwijs persoonlijk
wordt. Het mbo heeft naast algemene kennis en vaardigheden, ook het doel dat
studenten eigen kwaliteiten en mogelijkheden ontdekken. Het ontdekken van
jezelf geeft aan dat iedereen op zoek moet gaan naar eigen kwaliteiten,
mogelijkheden en onmogelijkheden. Studenten in het mbo moeten zichzelf kunnen
zijn, zichzelf kennen, keuzes kunnen maken en kwaliteiten inzetten voor de
samenleving. Wanneer studenten deze basis hebben kunnen zij deze ook inzetten
voor de samenleving. Voor welke groep kunnen de studenten zicht in de toekomst
inzetten?
Het mbo
past dit toe middels het aantal vakgebieden waarin zij aandacht besteden aan
het leren kennen van zichzelf. Het mbo heeft vakgebieden ingericht waarin zij
vooral aandacht besteden aan het ontdekken van eigen mogelijkheden toegepast op
de mogelijkheden van de samenleving. Al in 2010 is er gestart met het opstarten
van een stimuleringsfonds loopbaan oriëntatie (LOB ; 2015). In dit project was
een van de doelen studenten een goede studiekeuze laten maken. Daarbij werd de
studenten geleerd om uit te gaan van eigen kwaliteiten en hier een passende
keuze voor een opleiding gegeven.
Ook heeft
het mbo kunnen voorzien in taakgebieden waarin studenten kunnen kiezen voor
bepaalde vakgebieden. Studenten kiezen voor taken en gebieden waarin zij
zichzelf verder willen ontwikkelen. Deze taakgebieden kunnen heel erg divers
zijn. Enkele taakgebieden zijn bijvoorbeeld samenwerken, ICT toepassingen,
toepassen ICT, ontwikkelen van ICT, werken met hout enz. Door het kiezen van
taakgebieden kunnen studenten op een snelle manier kennis krijgen van bepaalde
onderwerpen. Daarbij is de student steeds zelf het eigen uitgangspunt. Wat past
er bij de student en de kwaliteiten en mogelijkheden die een student heeft?
Het mbo
maakt gebruik van individualistische leertrajecten. Om dit goed in kaart te brengen maken zij
gebruik van ‘Learning Analytics’ (trendrapport mbo: 2011). Hierdoor is er een
volgsysteem voor studenten en docenten ontstaan waar zowel studenten als
docenten verschillende leertrajecten in kaart kunnen brengen. Dit systeem kan
kort in kaart brengen wat er nodig is voor bepaalde studenten.
Eerder in
2015 werd het al steeds duidelijker dat het mbo zich meer zou moeten richten op
wat men toen de 21st century skills noemde. Voogt & Pareja Roblin gaven in
2015 aan dat er steeds meer behoefte was aan het ontwikkelen van andere
vaardigheden zoals onder ander jezelf kennen, kritische denken en communicatieve
vaardigheden (Voogt & Pareja Roblin; 2010).
Het
beroepsonderwijs leidt op voor een beroep in de samenleving. In 2015
constateerde men al dat de samenleving aan verandering onderhevig was. ICT deed
zijn intrede, beroepen verdwenen en er kwamen nieuwe beroepen bij (www.werk; 2015)
In 2015
is reeds gestart met veel keuze mogelijkheden. Zo is er ook in een trendrapport
beschreven dat studenten veel keuze mogelijkheden hebben. Er is gestart met
excellentie in het mbo. Dit betekent dat
er werd geïnvesteerd in het verschillend mogen zijn in het mbo. Men kan
uitblinken door het juist erg goed te doen. Sindsdien werd er geïnvesteerd in
anders mogen zijn. Ook passend onderwijs is daar een voorbeeld van. Studenten
kunnen sinds 2014 passend onderwijs genieten. Dit betekent dat ze ondanks een
beperking, toch naar een reguliere school gaan. De school maakt dan aanpassingen zodat naar school gaan ook haalbaar is voor alle studenten
(trendrapport Kennisnet; 2015).
Binnen
het mbo kunnen studenten hierdoor meer eigen keuzes maken.
Bronnen;
- Biesta-
het prachtig risico van onderwijs
- CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek 2013
- CVTE;2016
op
- De
Wulf: 2009. Ik kies voor Talent. Luk de wulf
-
Kennisnet; 2016 via https://www.kennisnet.nl/artikel/nieuw-model-21e-eeuwse-vaardigheden/
- LOB;
2015 via http://www.lob4mbo.nl/over-lob
-
Edutopiovia
http://www.edutopia.org/topic/maker-education
- Trendrapport
mbo 2011 op
- Trendrapport Kennisnet; 2015 via
- Voogt, J., &
Pareja Roblin, N. (2010). 21st. Century Skill - Discussienota.
Universiteit Twente.
Abonneren op:
Posts (Atom)