maandag 15 februari 2016





Quest 2
Scenario's in het mbo

De afgelopen periode heb ik veel gelezen over trends in het mbo. Daarbij gaf het Trendrapport voor het mbo – 2011 mij een goede houvast. In dit rapport zijn trends vanuit de samenleving te lezen. Ook worden er trends vanuit de ict in combinatie met het mbo beschreven.
Ook heb ik veel gehad aan het trendrapport van Kennisnet. Hierin worden de trends vanuit de samenleving en het onderwijs gecombineerd.
Daarnaast bood het boek van Gert Biesta – het prachtige risico van onderwijs, een mooie inspiratie.


Dit bracht me tot het volgende schema waarin ruimte is voor vier scenario’s:


1   1.   Samen werken naar het gemiddelde.

Het is 2030 en de samenleving is de afgelopen jaren veranderd. De flexibiliteit is toegenomen, zowel in het aantal groepen mensen in de samenleving als ook de manier waarop deze groepen omgaan met elkaar. Er ontstaan nieuwe leefregels in de samenleving. Deze leefregels gaan over hoe we om gaan met elkaar en met sociale netwerken.  
Werk en het vinden van een baan is belangrijk voor iedereen. Flexibele contracten zijn steeds meer de standaard geworden. Hierdoor zijn steeds meer mensen altijd op zoek naar (tijdelijke) klussen waarin zijn kunnen voorzien in eigen levensbehoeften.
Er zijn steeds meer groepen in onze samenleving. Deze verschillende groepen zijn ontstaan vanuit verschillende interesses, afkomst maar ook scholing. De verschillende groepen in onze samenleving moeten elkaar kunnen begrijpen, moeten weten wat ze belangrijk vinden en moeten vooral respect hebben voor elkaar.

Door de veranderingen in de samenleving is het mbo veranderd. Het mbo moet steeds meer voorzien aan het werken met verschillende netwerken van groepen studenten. Binnen school ontstaan ook verschillende netwerken, hierin nieuwe groepen. Het mbo onderwijs is gericht op het werken met deze groepen.
De focus van het middelbaar beroepsonderwijs ligt op het gemiddelde. Het gemiddelde van de groepen is de norm waar alle studenten aan moeten voldoen. Studenten werken naar dit gemiddelde toe. Het gemiddelde wordt bepaald door alle uitkomsten van toetsten, vaardigheden en het gedrag dat daar bij hoort, te meten. Daarbij wordt het gemiddelde de standaard.

Daarnaast ligt de focus van het onderwijs in het omgaan met de flexibiliteit van de samenleving. Studenten leren om zichzelf steeds neer te zetten in deze flexibele maatschappij. Dit doen ze door het leren van burgerschapsvaardigheden zoals kritisch denken, communiceren en presenteren.

Door de snelle technologische ontwikkelingen, zijn er taakgebieden gekomen in het mbo. Enkele taakgebieden zijn bijvoorbeeld samenwerken, ICT toepassingen, toepassen ICT, ontwikkelen van ICT, werken met hout enz. Hierdoor kunnen studenten op een snelle manier kennis krijgen van bepaalde onderwerpen.
Ook werkt men binnen het mbo met verrijkte content (trendrapport: 2011). In deze verrijkte content kunnen scholen of leergroepen gebruik maken van allerlei toepassingen zodat studenten op elkaar kunnen reageren. Ze leren dan samen in een groep. Dit samenwerken waarbij de verrijkte content te gebruiken is, geeft studenten een mogelijkheid om samen te leren en samen te zoeken naar overeenkomsten in het leren.

Onze samenleving is de laatste jaren veranderd. Al in 2013 werd geconstateerd dat werknemers steeds sneller van baan wisselden. Er werden steeds meer tijdelijke contracten aangeboden (CBS, 2013)
Ook toen al hadden ICT toepassingen hun intrede gedaan in verschillende beroepen. Administratieve beroepen worden bijvoorbeeld (deels) overgenomen door ICT (www.werk.nl: 2015).

Ook werd er in 2010 al gesteld door Voogt en Pereja Roblin (2010) dat er andere vaardigheden nodig waren in de 21ste eeuw. Toen werd er ook als gesteld dat we niet weten beroepen er over tien jaar uitzien. Wel stelde men  toen dat studenten andere vaardigheden nodig hebben. Deze vaardigheden waren onder andere gericht op kritische denken, communiceren en probleemoplossend vermogen (kennisnet: 2016). Studenten moeten beroepen kunnen uitoefenen omgaan met flexibele arbeidscontracten. Ook moet men om kunnen gaan met ICT en met snelle technologische ontwikkelingen.

Er werd in het mbo al gestart met het ontwikkelen van een nieuwe kwalificatieprofielen in 2015. In dit kwalificatieprofiel was ruimte gemaakt voor een kwalificatie deel en een keuzedeel. Dit keuzedeel is een eerste stap naar meerdere taakgebieden voor studenten. Een keuzedeel hield toen in dat elke mbo binnen het curriculum een vrij gedeelte moest hebben, dit mocht zelf ingevuld worden door studenten. Dit werd een keuze deel genoemd. Binnen dit keuze deel konden studenten eigen invulling krijgen over wat zij graag willen leren, het gaat dan om een verbreding of een verdieping van de eigen opleiding (S-BB;2016).


     2. Samenwerken: jezelf volgen

Het is 2030 en het onderwijs en de samenleving zijn de afgelopen jaren erg veranderd. Steeds meer mensen zoeken elkaar op, ze hebben elkaar nodig. Er zijn steeds meer grote samengevoegde gezinnen, gezinnen gaan bij elkaar wonen. Groepen vrienden gaan bij elkaar wonen. Dit komt voort uit het besef dat mensen elkaar steeds meer nodig hebben.
Het individualisme viert hoogtij in 2020. Sindsdien kwam sluimerend het besef dat individualisme ook een keerzijde kent. Deze keerzijde is  eenzaamheid.  Steeds meer jongeren, ouderen en gezinnen leven een geïsoleerd leven. Individualisme heeft het effect dat je zelf erg sterk bent, maar je bent ook alleen. Door samen te werken, informatie te delen zijn er ook mooie resultaten geboekt. Kijk naar alle informatie die gedeeld is via internet. Dit heeft mooie netwerken van kennis opgeleverd.
De diversiteit in de samenleving groeit. Er ontstaan steeds meer groepen in de samenleving. Groepen met een bepaalde soort interesse, groepen met bepaalde kennis of groepen van bepaalde afkomst. Deze groepen vormen samen een netwerk van verschillende contacten. Elke individu heeft een uniek netwerk waarbij het netwerk steeds belangrijker is geworden.

De veranderingen binnen met mbo zijn groot. Binnen het mbo wordt steeds meer met gewerkt met groepen mensen. Studenten wordt geleerd om met elkaar te leren over elkaar te leren. Het samenwerken in deze groepen staat centraal zodat ze leren van elkaar, maar ook met elkaar en over elkaar.
De omgeving van het mbo is belangrijk binnen het onderwijs. Zij werken samen met de stakeholders. Deze stakeholders kunnen maatschappelijke organisaties zijn, maar ook bedrijven waar zij mee te maken hebben. Het onderwijs vindt steeds meer plaats in de samenleving. Er zijn verschillende projecten waar studenten aan deelnemen. Op deze manier kunnen studenten meer leren van wat er in de samenleving gebeurt, ze worden betrokken bij alles wat er ook gebeurt in de samenleving. De school is een basis waar de kennis en vaardigheden centraal komen.
In 2011 werd er beschreven dat het mbo meer gebruik moest gaan maken van de mogelijkheden van social media. Het trendrapport van het mbo beschrijft het gebruik van social media in het onderwijs (trendrapport: 2011).
Social media worden steeds meer gebruikt om vorm te geven aan communicatie tussen docenten, studenten en stakeholders. De mogelijkheden van social media zijn inmiddels verder uitgebreid. Zoals mogelijkheden waarin er meer met elkaar gecommuniceerd kan worden,  informatie gedeeld kan worden en te reageren op elkaar. Er is een platform waar studenten, stakeholders en docenten met elkaar kunnen communiceren. Zij moeten met elkaar werken zodat contact met verschillende studenten binnen Nederland, maar ook buiten Nederland steeds meer vorm krijgt.

Sinds de grote diversiteit in groepen in de samenleving is toegenomen, is er ook een besef gekomen dat er steeds meer mensen een eigen pad lopen. Het ontwikkelen van jezelf in de maatschappij staat centraal. Hierdoor heeft het mbo het onderwijs aangepast. Studenten kunnen hun eigen opleiding samenstellen. Zo moeten zij kunnen kiezen voor verschillende projecten, voor taakgebieden en voor vakinhouden. Doordat studenten steeds meer de inhoud van de eigen opleiding kiezen, worden zij steeds meer eigenaar van een eigen leerproces.

Binnen het mbo wordt gewerkt met ‘maker education’. Studenten leren dan vooral door veel zelf te maken en uitproberen. Het is gebleken dat de leereffecten groot zijn (Edutopia;2015) Met maker education geeft het mbo meer inhoud aan onderwijs waarin studenten direct resultaten zien.  Studenten werken steeds meer in kleine laboratoria, waardoor zij snel technologische mogelijkheden kunnen toepassen in de praktijk. Op een creatieve manier leren zij dat er veel mogelijkhedenzijn met techniek.

De ICT toepassingen waar het mbo dankbaar gebruik van maakt is virtual reality en augmented reality. Het is makkelijk om deze middelen in te zetten binnen verschillende vormen van onderwijs omdat binnen virtual reality de werkelijkheid makkelijk wordt nagebootst.

Al in 2015 geeft Gert Biesta (2015) aan dat het doel van onderwijs waaronder ook het mbo, niet alleen kwalificeren is. Andere doelen  van onderwijs zijn socialisatie en subjectificatie. Naast het verkrijgen van een diploma en socialiseren in onze samenleving is het ook belangrijk om ‘subjectheid’ toe te passen. Subjectificatie gaat om emancipatie en vrijheid en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Het gaat erom dat studenten de verbinding met de wereld gaan maken.
Voor het beroepsonderwijs betekent dit een verschuiving van de inhoud van het onderwijs. Lange tijd richtte het mbo zich vooral op het ontwikkelen van beroepsvaardigheden. Sinds 2010 is elke mbo school verplicht om ook aandacht te besteden aan andere vaardigheden die niet alleen met het beroep te maken hebben (S-BB;2016). 
Sinds deze tijd is er steeds meer aandacht voor ook algemene kennis en vaardigheden vaardigheden binnen het mbo. Zo is er meer ruimte gekomen voor vakken zoals Engels, Nederlands en Rekenen. Ook is er gekozen om landelijke examens in te voeren (cvte;2016)


    3. In welk groep pas jij?

Het is 2030 en de samenleving is de afgelopen periode steeds verder veranderd. De laatste jaren zijn er diverse mogelijkheden gekomen. Daarbij is het steeds van belang geweest dat ieder zijn eigen pad kan lopen. Individualisme is een groot goed geworden. Mensen leven veelal alleen of in kleine groepsverbanden. Het kiezen van je eigen pad is erg belangrijk geworden.
Het individualisme heeft er ook voor gezorgd dat er contacten zijn ontstaan van groepen mensen. Veel groepen zijn ontstaan vanuit netwerken van contacten, deze contacten zijn ontstaan vanuit het social media. Er zijn netwerken ontstaan van verschillende mensen. Deze mensen hebben allen een uniek netwerk van contacten.
Om succesvol te zijn binnen deze samenleving wordt veel flexibiliteit gevraagd. Werk en het vinden van werk is belangrijk. Vaste arbeidscontracten bestaan niet  meer. Werknemers moeten zichzelf steeds opnieuw in de markt zetten om te voorzien in de eerste levensbehoefte.

Het antwoord van het mbo op deze veranderingen is gericht op het persoonlijker worden van het onderwijs. Het mbo kan persoonlijker worden door te werken naar het gemiddelde. Het gemiddelde van alle groepen is de norm. In het mbo wordt gewerkt met groepen studenten en docenten. Deze studenten vormen samen de basis van een netwerk. In dit netwerk moet geleerd worden van elkaar. Eigenlijk is dit netwerk een kleine samenleving op zich.
In deze basis geldt dat grootste groep het gemiddelde is. Studenten werken met zijn allen naar het gemiddelde. Het gemiddelde wordt bepaald door alle uitkomsten van toetsten, vaardigheden en het gedrag dat daar bij hoort, te meten. Daarbij wordt het gemiddelde de standaard.

Onderwijs is mogelijk gemaakt omdat er wordt gewerkt met groepen van verschillende studenten. Binnen het onderwijs worden de groepen gemaakt door deze af te bakenen in interessegebieden en differentiatiegebieden. Groepen in het mbo ontstaan vanuit taakgebieden, maar ook vanuit de differentiatie. Een differentie op niveaugroepen.
Het mbo is volledig gemaakt op keuzes van groepen. Er ontstaan kennisgroepen rondom vakken, gebieden, netwerken, interesses.

In het trendrapport mbo uit 2011 werden enkele ICT trends benoemd. Deze trends waren cloud computering. Hiermee wordt de omgeving van de verschillende docenten en studenten op elkaar aangepast (trendrapport; 2011).
Inmiddels werken steeds meer studenten en docenten in wisselende groepen. Deze groepen worden samengesteld door interessegebieden en taakgebieden.  Ook docenten moeten hierdoor steeds meer kennis met elkaar delen. Deze kennis wordt gedeeld door in contact te komen met andere docenten. Er ontstaan netwerken van verschillende soorten kennis. Zij komen in contact middels cloud computering.

In 2015 is reeds de basis gelegd waarbij er steeds vaker werd aangegeven waarin studenten vooral leren wat de grote groep moet leren. Vaak wordt vergeten dat studenten kwaliteiten hebben die onvoldoende worden benut. Zo wordt er vaak gesteld dat iemand iets moet leren omdat iemand iets niet kan. Hierdoor is men geneigd de tekorten weg te werken. Wanneer er gesteld wordt dat iedereen eigen kwaliteiten heeft en deze kwaliteiten groter wil laten worden, ben je bezig met het bevorderen of groter maken van eigen kwaliteiten. Kortom er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van talent (De Wulf; 2009).

In 2015 is reeds gestart met het starten van keuzedelen binnen het curriculum van elke mbo opleiding. Er werd toen gewerkt met kwalificatiedossiers. In deze kwalificatiedossiers stonden leergebieden per opleiding beschreven. Sinds 2015 bevat dit kwalificatiedossier ook een keuzedeel (S-bb;2015). Deze keuzedelen gaven studenten de mogelijkheid om een start te maken met het maken van verschillende keuzes binnen het middelbaaronderwijs.


4. Jezelf vinden in de vele mogelijkheden

Het is 2030 en de samenleving en het onderwijs zijn de laatste jaren erg veranderd. De laatste jaren is de samenleving erg divers geworden. Door de komst van sociale netwerken zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan (trendrapport; 2011). Dit heeft geresulteerd in het ontstaan van allerlei nieuwe netwerken van kennis en vaardigheden.
De samenleving veranderd door steeds nieuwe technologische ontwikkelingen. Er komen steeds meer ontwikkelingen waardoor een ieder zich steeds hier op moet aanpassen. Hierdoor leeft voor iedereen het idee dat je flexibel moet zijn. Je moet kunnen omgaat met de verschillende veranderende ontwikkelingen. Vaste contracten voor werknemers zijn er nog nauwelijks. Werknemers moeten zich steeds opnieuw in de markt zetten zodat zij kunnen voorzien in de dagelijkse levensbehoefte.
Eigenlijk is alles wat je nodig hebt in een maatschappij die steeds onder wisseling onderhevig is, jezelf. Hierdoor is er in de samenleving veel aandacht voor het ontdekken van jezelf. Het is belangrijk dat ieder persoon goed weet waar hij of zij voor staat.

Het antwoord van het mbo op deze ontwikkelingen is dat het onderwijs persoonlijk wordt. Het mbo heeft naast algemene kennis en vaardigheden, ook het doel dat studenten eigen kwaliteiten en mogelijkheden ontdekken. Het ontdekken van jezelf geeft aan dat iedereen op zoek moet gaan naar eigen kwaliteiten, mogelijkheden en onmogelijkheden. Studenten in het mbo moeten zichzelf kunnen zijn, zichzelf kennen, keuzes kunnen maken en kwaliteiten inzetten voor de samenleving. Wanneer studenten deze basis hebben kunnen zij deze ook inzetten voor de samenleving. Voor welke groep kunnen de studenten zicht in de toekomst inzetten?
Het mbo past dit toe middels het aantal vakgebieden waarin zij aandacht besteden aan het leren kennen van zichzelf. Het mbo heeft vakgebieden ingericht waarin zij vooral aandacht besteden aan het ontdekken van eigen mogelijkheden toegepast op de mogelijkheden van de samenleving. Al in 2010 is er gestart met het opstarten van een stimuleringsfonds loopbaan oriëntatie (LOB ; 2015). In dit project was een van de doelen studenten een goede studiekeuze laten maken. Daarbij werd de studenten geleerd om uit te gaan van eigen kwaliteiten en hier een passende keuze voor een opleiding gegeven.

Ook heeft het mbo kunnen voorzien in taakgebieden waarin studenten kunnen kiezen voor bepaalde vakgebieden. Studenten kiezen voor taken en gebieden waarin zij zichzelf verder willen ontwikkelen. Deze taakgebieden kunnen heel erg divers zijn. Enkele taakgebieden zijn bijvoorbeeld samenwerken, ICT toepassingen, toepassen ICT, ontwikkelen van ICT, werken met hout enz. Door het kiezen van taakgebieden kunnen studenten op een snelle manier kennis krijgen van bepaalde onderwerpen. Daarbij is de student steeds zelf het eigen uitgangspunt. Wat past er bij de student en de kwaliteiten en mogelijkheden die een student heeft?

Het mbo maakt gebruik van individualistische leertrajecten.  Om dit goed in kaart te brengen maken zij gebruik van ‘Learning Analytics’ (trendrapport mbo: 2011). Hierdoor is er een volgsysteem voor studenten en docenten ontstaan waar zowel studenten als docenten verschillende leertrajecten in kaart kunnen brengen. Dit systeem kan kort in kaart brengen wat er nodig is voor bepaalde studenten.

Eerder in 2015 werd het al steeds duidelijker dat het mbo zich meer zou moeten richten op wat men toen de 21st century skills noemde. Voogt & Pareja Roblin gaven in 2015 aan dat er steeds meer behoefte was aan het ontwikkelen van andere vaardigheden zoals onder ander jezelf kennen, kritische denken en communicatieve vaardigheden (Voogt & Pareja Roblin; 2010).
Het beroepsonderwijs leidt op voor een beroep in de samenleving. In 2015 constateerde men al dat de samenleving aan verandering onderhevig was. ICT deed zijn intrede, beroepen verdwenen en er kwamen nieuwe beroepen bij (www.werk; 2015)

In 2015 is reeds gestart met veel keuze mogelijkheden. Zo is er ook in een trendrapport beschreven dat studenten veel keuze mogelijkheden hebben. Er is gestart met excellentie in het  mbo. Dit betekent dat er werd geïnvesteerd in het verschillend mogen zijn in het mbo. Men kan uitblinken door het juist erg goed te doen. Sindsdien werd er geïnvesteerd in anders mogen zijn. Ook passend onderwijs is daar een voorbeeld van. Studenten kunnen sinds 2014 passend onderwijs genieten. Dit betekent dat ze ondanks een beperking, toch naar een reguliere school gaan. De school maakt dan aanpassingen zodat naar school gaan ook haalbaar is voor alle studenten (trendrapport Kennisnet; 2015).
Binnen het mbo kunnen studenten hierdoor meer eigen keuzes maken.


Bronnen;

- Biesta- het prachtig risico van onderwijs
- CBS Centraal Bureau voor de Statistiek 2013
- CVTE;2016 op
- De Wulf: 2009. Ik kies voor Talent. Luk de wulf
- LOB; 2015 via http://www.lob4mbo.nl/over-lob
- Edutopiovia  http://www.edutopia.org/topic/maker-education
- SLO; 2016; www.SLO.nl
- Trendrapport mbo 2011 op
- Trendrapport Kennisnet; 2015 via
- Voogt, J., & Pareja Roblin, N. (2010). 21st. Century Skill - Discussienota. Universiteit Twente.

1 opmerking:

  1. Hoi Gitty, hierbij mijn feedback in relatie tot de criteria voor deze quest.
    De scenario’s heb je mooi vertaald naar de eigen context van het mbo.
    De scenario’s beschrijven de ontwikkeling vanuit het perspectief van 2030, waarbij de ontwikkelingen tussen nu en 2030 worden vertaald naar vernieuwingen in het onderwijs van het mbo, op vorm en inhoud.Mooi gedaan!
    De typering van de kwadranten is in jullie sjabloon best een lastige, maar lukt in de uitwerking van de scenario’s toch best aardig. De inhoudelijke consistentie zou nog wel sterker kunnen door de redeneerlijn meer door te trekken naar alle aspecten van het scenario (nu lijken het soms lossen stukjes). Scenario’s zijn mooi onderscheidend tov elkaar.
    Maatschappelijke opdracht wordt onderbouwd in de scenario’s in relatie tot de trends, waardoor deze ook verschilt per scenario. Mooi gedaan. Je zou de grenzen van de maatsch opdr t.b.v. quest 4 in het beeld zichtbaar kunnen maken (wat doet het mbo bv qua socialisatie nog wel en wat niet meer)
    De techniek van backcasting heb je mooi toegepast, waarbij verschillende ontwikkelingen en voorspellingen (ook ICT) zijn meegenomen. Je verhalende manier van schrijven neemt je als lezer mee “back to the future”. Een sterk element!
    De scenario’s reflecteren een visie op onderwijs, waarin technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vertaald zijn naar onderwijs. De verwachte ontwikkelingen zouden nog iets verder uitgewerkt kunnen worden, wat gaat cloud computing (nb: niet computering) bv betekenen voor de inhoud van het onderwijs?
    Vernieuwende elementen zoals cloud-computing en learning analytics zijn benoemd in de scenario’s, maar zouden meer prikkelend uitgewerkt kunnen worden. Extreem doorvoeren van assen, zoals uniformiteit (werken vanuit het gemiddelde van de groep) levert alvast enkele verrassende elementen op.

    BeantwoordenVerwijderen